
Veel vereniging kunnen gebruik maken van de regeling www.gratisvog.nl . Dat betekent dat je een gratis Verklaring Omtrent Gedrag voor je vrijwilligers kunt aanvragen.
Hoe je dat kunt doen en aan welke voorwaarden je moet voldoen als vereniging of stichting kun je vinden op de website van gratis VOG. Bekijk voor meer info ook dit instructie filmpje.
Gerelateerde blogposts
WBTR; Wat betekent dit voor jouw vereniging?
| Kennisbank voor organisaties
Vanaf 1 juli 2021 treedt de nieuwe wet WBTR in werking. Wat betekent dat voor jouw vereniging of stichting?
Bekijk voor meer informatie deze Webinar .
Welke opties zijn er in het kort:
Er zijn 3 mogelijkheden om te gaan voldoen aan deze nieuwe wet.
1. Alles zelf uitzoeken.
2. Een jurist inschakelen (is duur)
3. Stappenplan WBTR inschakelen (€120,00) Zie filmpje en vanaf minuut 40 uitleg over het stappenplan.
Info:
Nieuwe Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen
Nieuws
Op 1 juli 2021 moeten alle verenigingen en stichtingen voldoen aan de nieuwe Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR). De WBTR is bedoeld om wanbestuur, onverantwoordelijk financieel beheer, misbruik van positie en andere ongewenste activiteiten binnen besturen te voorkomen. Het gaat over de positie en plichten van bestuursleden en toezichthouders en hun aansprakelijkheid. Maar ook over financieel beleid en goedkeuring van uitgaven, procedures bij grote uitgaven of investeringen en regels omtrent belangenverstrengeling.
De WBTR zorgt voor minder gedoe in je vereniging. Het behoedt huidige bestuursleden voor persoonlijke aansprakelijkheid én laat nieuwe bestuursleden zien dat zaken goed op orde zijn. Veel organisaties vragen zich af welke gevolgen de WBTR heeft voor het bestuur en wat in de statuten aangepast moet worden. Hierop is geen eenduidig antwoord te geven. Het hangt af van hoe het bestuur en het toezicht op het bestuur binnen een organisatie is vormgegeven en wat in de statuten staat.
Statutenwijzigingen
Wanneer het noodzakelijk is dat de statuten moeten worden aangepast, hoeft dat niet voor 1 juli te gebeuren. Statutenwijzigingen kunnen nog tot 5 jaar na invoering van de WBTR gedaan worden. In die tijd gaat de Wet boven de eigen statuten.
Checklist
De WBTR vraagt meer dan alleen het aanpassen van de statuten. Het is ook bedoeld om de kwaliteit van besturen te verbeteren. NOV heeft een korte checklist gemaakt voor verenigingen en stichtingen om te zien wat de gevolgen van de WBTR voor de organisatie zijn. De checklist geeft aan wat er aangepast moet worden, maar niet hóe bepaalde zaken aangepast moeten worden. Daarvoor is namelijk een stappenplan ontwikkeld.
WBTR stappenplan
Het Instituut Verenigingen Branches en Beroepen (IVBB) heeft een WBTR-stappenplan ontwikkeld om verenigingen en stichtingen te ondersteunen. Met uitvoering van dit stappenplan kunnen organisaties aan de nieuwe Wet gaan voldoen. Het is ontwikkeld door een team van deskundigen die veel kennis en ervaring hebben met verenigingen en stichtingen.
Het stappenplan is vooral van waarde voor kleinere verenigingen met vrijwillige bestuursleden. Deze krijgen allemaal te maken met de invloed van de nieuwe wet op hun werk en aansprakelijkheid Door afspraken en regels goed vast te leggen, wordt het risico geminimaliseerd. Dat is goed voor zittende, maar ook voor toekomstige bestuursleden. Kijk hier voor meer informatie.
Lees meerAVG: Mag ik deze persoonsgegevens verwerken?
| Kennisbank voor organisaties
Nu alle hectiek rondom de AVG eindelijk voorbij is begint natuurlijk het echte werk pas. De Autoriteit Persoonsgegevens mag nu handhaven en dagelijks zijn we nog steeds bezig met de verwerking van persoonsgegevens. Wanneer mag dat nu wel of niet? Het blijft een lastige vraag, maar ik ga het proberen een stuk overzichtelijker te maken voor je.
Mag je deze persoonsgegevens verwerken? – Een stappenplan
Eigenlijk zijn er bij elke verwerking een aantal vragen die je jezelf moet stellen:
Is het een persoonsgegeven? Zo nee, dan is de AVG niet eens van toepassing en mag je altijd verwerken.
Is het ook een bijzonder persoonsgegeven? Zo ja, kun je gebruik maken van een uitzondering?
Welke grondslag gebruik je om te verwerken?
Formuleer het doel waarvoor je wil verwerken
Je mag de gegevens nu verwerken.
Bewaartermijn
Goed, je mag nu verwerken. Je bent dan nog niet helemaal klaar:
Je mag niet meer verwerken dan nodig. Verwijder gegevens die je niet nodig hebt.
Je mag niet langer verwerken dan nodig.
Zorg daarom dat je goede bewaartermijnen vaststelt.
Facturen moeten bijvoorbeeld 7 boekjaren bewaard worden, dat is een wettelijke verplichting. Als daar persoonsgegevens op staan, moet je die dus ook 7 boekjaren bewaren. Dat wil overigens nog niet zeggen dat je die gegevens ook ergens anders net zo lang mag bewaren.
Namen en e-mailadressen die je hebt om iemand een nieuwsbrief toe te mogen sturen, die heb je natuurlijk zo lang nodig als iemand op de nieuwsbrieflijst staat. Die bewaar je dus tot ze zichzelf uitschrijven.
Zo moet je voor elk doel bepalen hoe lang je die gegevens bewaart. En natuurlijk moet je ook zorgen dat je ze na die tijd weer verwijdert.
Informatieplicht
Je moet betrokkenen wel nog steeds informeren over de verwerking. Dat is het makkelijkst met een privacyverklaring .
In die privacyverklaring staan onder meer de grondslag en het doel van de verwerking, de bewaartermijn, of gegevens buiten de EER worden opgeslagen en wat de rechten van betrokkenen zijn.
Zijn ook de andere documenten in orde?
Vergeet vooral niet met alle verwerkers een verwerkersovereenkomst te sluiten. Soms is dat al geregeld in het algemene contract of in de algemene voorwaarden. Het hoeft niet altijd een apart document te zijn.
Heb je ook je verwerkingsregister al geregeld?
Dat kan gewoon in bijvoorbeeld een excel bestand. Er moet in elk geval het volgende in komen te staan:
Naam en contactgegevens van de verwerkingsverantwoordelijke (de onderneming) en van de Functionaris Gegevensbescherming (FG of DPO genoemd) als je die hebt;
Doeleinden van de verwerking (waarom verwerk je de persoonsgegevens);
Beschrijving van de categorieën betrokkenen en categorieën persoonsgegevens;
Met wie persoonsgegevens gedeeld worden;
Of gegevens in een derde land worden opgeslagen;
Bewaartermijnen van de persoonsgegevens;
Algemene beschrijving van technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen
Beveiligingsmaatregelen
Je moet technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen treffen. Zorg bijvoorbeeld dat gegevens niet met meer personen gedeeld worden dan nodig, dat wachtwoorden sterk zijn en regelmatig gewijzigd worden, dat gegevens versleuteld worden opgeslagen, dat de archiefkast op slot kan, dat de website met het contactformulier een SSL-verbinding heeft etcetera.
Denk trouwens ook aan je eigen privacy! Je kunt instellingen van je telefoon en de apps nog zo goed geregeld hebben, dat wil niet zeggen dat het niet meer gehackt kan worden. Gebruik daarom een webcamcover of cameraschuifje voor je telefoon en laptop.
Lees meerWet en regelgeving: Jongeren en vrijwilligerswerk
| Kennisbank voor organisaties
Voor vrijwilligerswerk gelden dezelfde regels als voor betaald werk voor jongeren onder de 18 jaar. Vrijwilligers onder de 18 jaar behoren in de ARBO-wetgeving tot de kwetsbare groepen en zijn daarom niet uitgezonderd van zowel de arbeidsomstandighedenwet als de Arbeidstijdenwet.
Wat is de minimum leeftijd?
Kinderen tot 16 jaar mogen in principe geen arbeid verrichten. In de Arbeidstijdenwet (externe link) (artikel 3.2) staat dat de ’verantwoordelijke persoon’ er voor moet zorgen dat ’een kind geen arbeid verricht’. In dit geval zijn zowel de werkgevers (ook vrijwilligersorganisaties, aanbieders van stageplekken) als de ouders verantwoordelijk voor het naleven van de regels. De wet noemt een aantal gevallen waarin het verbod van kinderarbeid niet geldt.
Voor jongeren boven de 15 jaar zijn er meer mogelijkheden om werkzaamheden te verrichten, hoewel ook voor hen beperkingen gelden. Toezicht en voorlichting zijn voor álle jongeren onder de 18 jaar noodzakelijk.
Welk werk mogen jongeren onder de 16 jaar doen?
De regels over het soort werk dat jongeren mogen doen, verschilt per leeftijdscategorie:
Kinderen vanaf 12 jaar mogen hulparbeid verrichten in het kader van een alternatieve straf.
Kinderen vanaf 13 jaar mogen buiten schooltijd lichte, niet-industriële hulparbeid verrichten.
Kinderen vanaf 14 jaar mogen buiten schooltijd lichte hulparbeid verrichten die samenhangt met het onderwijs.
Kinderen vanaf 15 jaar mogen buiten schooltijd ochtendkranten bezorgen en lichte, niet-industriële arbeid verrichten.
Wat betekent niet-industriële arbeid?
Met ’niet-industriële (hulp)arbeid’ worden hand- en spandiensten bedoeld en geen productiegerichte arbeid. Gevaar voor de gezondheid of veiligheid van de kinderen moet uitgesloten zijn. Licht niet-industrieel werk dat kinderen tot en met 15 jaar mogen doen is bijvoorbeeld:
Lichte (hulp)werkzaamheden in een winkel, zoals vakken vullen, het markeren van lege vakken, helpen bij het inpakken, vloer vegen of schoonmaakwerkzaamheden.
Lichte (hulp)werkzaamheden in de landbouw, zoals groenten en fruit plukken, lichte oogstwerkzaamheden, het voeren van kleine dieren.
(Hulp)werkzaamheden in de horeca, zoals het helpen bij het bedienen, bijvoorbeeld in een snackbar, kantine of restaurant. Als er alcohol wordt geschonken mag een kind niet in het restaurantdeel helpen maar wel in de keuken.
(Hulp)werkzaamheden bijvoorbeeld bij een manege, op een camping, in een speeltuin, in een pretpark, in een bowlingcentrum of in een museum.
Op welke tijden en hoe lang mogen jongeren werken?
Ook zijn er regels over op welke tijden jongeren ingezet mogen worden als betaald medewerker, maar ook als vrijwilliger en stagiair. De regels hiervoor verschillen: voor schooldagen gelden andere regels dan voor vrije dagen. Het aantal uren dat zij mogen werken is ook beperkt:
Kinderen vanaf 12 jaar mogen tijdens schooldagen niet meer dan 2 uur per dag en maximaal 20 uur per week een werkstraf uitvoeren. In vakanties en op niet-schooldagen mag een 12 jarige maximaal 35 uur per week een werkstraf uitvoeren.
Kinderen vanaf 13 jaar mogen tijdens schooldagen niet meer werken dan 2 uur per dag en maximaal 12 uur per week. In vakanties en zaterdagen mag een 13 jarige maximaal 6 á 7 uur per dag of 35 uur per week werken.
Kinderen vanaf 14 jaar mogen tijdens schooldagen niet meer werken dan 2 uur per dag en maximaal 12 uur per week. In vakanties en zaterdagen mag een 14 jarige maximaal 6 á 7 uur per dag of 35 uur per week werken. Voor stage gelden andere uren; een 14 jarige mag maximaal 7 uur per dag en 35 uur per week stage lopen.
Kinderen vanaf 15 jaar mogen tijdens schooldagen niet meer werken dan 2 uur per dag en maximaal 12 uur per week. In vakanties en zaterdagen mag een 15 jarige maximaal 8 uur per dag of 40 uur per week werken.
Jongeren onder de 16 jaar mogen in elk geval niet werken tussen 19.00 uur en 7.00 uur.
Stages
Jongeren mogen vanaf hun 14de ook stage lopen. Dat mag echter alleen wanneer er een stageovereenkomst is gesloten tussen de school en het bedrijf, of wanneer burgemeester en wethouders een verzoek tot vervangende leerplicht hebben goedgekeurd. Een stageovereenkomst moet ook ondertekend worden door de ouders of verzorgers van het kind. In tegenstelling tot hun leeftijdgenoten mogen zij tijdens een stage ook lichte werkzaamheden doen in een industriële omgeving. In de weken dat het kind stage loopt, mag hij / zij geen ander werk verrichten.
Jongeren van 16 en 17 jaar
Jongeren van 16 en 17 mogen zonder meer werken. Ze mogen langer werken (9 uur per dienst) met een maximum van 45 uur per week (met een gemiddelde van 40 uur per 4 weken). Per 4 weken mag een 16- / 17-jarige overigens niet meer werken dan 160 uur (40 uur gemiddeld per week). Bepaalde werkzaamheden zijn verboden en sommige - risicovolle - werkzaamheden mogen alleen onder deskundig toezicht worden uitgevoerd. Omdat jongeren van 16 en 17 jaar nog (gedeeltelijk) leerplichtig zijn, mag het werk hen niet verhinderen naar school te gaan. Daarom wordt de tijd die zij naar school gaan meegeteld als arbeidstijd. Jongeren van 16 en 17 jaar mogen niet werken tussen 23.00 uur en 6.00 uur.
Bij het inroosteren van de jongere moet rekening worden gehouden met het aantal uren dat de jongere op school doorbrengt. U kunt als werkgever hiervoor bijvoorbeeld het schoolrooster hanteren, maar dit is niet verplicht. U bent ervoor verantwoordelijk dat het totaal van arbeidstijd én schooltijd de maximale arbeidstijd niet overschrijdt. Werkende jongeren van 16 en 17 jaar genieten meer bescherming dan werknemers van 18 jaar en ouder. Ze hebben recht op langere rustperioden, mogen niet s nachts werken, niet overwerken en geen diensten verrichten, waarbij ze opgeroepen kunnen worden (de zogenaamde consignatiediensten).
Gevolgen voor de organisatie
Vrijwilligers onder de 18 jaar worden binnen het Arbeidsomstandighedenbesluit (externe link) , gezien hun beperkte ervaring en deskundigheid, beschouwd als kwetsbare groep voor wie een aantal voorschriften binnen de wet van toepassing blijven. Vrijwilligerswerk waaraan voor jongere vrijwilligers specifieke gevaren verbonden zijn, mag alleen door jongeren gedaan worden onder deskundig toezicht. Ook is de organisatie verplicht aan de leeftijd aangepaste voorlichting te geven over de risico’s van het vrijwilligerswerk binnen de organisatie. Het is niet zo dat organisaties die gebruik maken van vrijwilligers onder de 18 jaar een RI&E moeten maken. Wel zal extra aandacht besteed moeten worden aan de aanpassing van de werkomstandigheden, zodat jongeren veilig kunnen werken. Een aantal werkzaamheden zijn voor jongeren verboden. Het gaat dan om werkzaamheden onder hoge luchtdruk zoals bij duiken, een hoge geluidsbelasting (boven 85dB(A)), schadelijke straling en schadelijke trillingen (zie Veilige arbeidsomstandigheden voor vrijwilligers ).
Is er ook een maximum leeftijd?
Leeftijd is de jongste non-discriminatiegrond die in wetgeving is vastgelegd; de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd (WGBL) (externe link) dateert van 1 mei 2004. Volgens de WGBL is discriminatie op grond van leeftijd verboden bij het aanbieden van werk. In de WGBL is gekozen voor een ’half open’ systeem. Dit houdt in dat onderscheid naar leeftijd naar de in de wet genoemde terreinen arbeid en beroepsonderwijs verboden is, tenzij daarvoor een rechtvaardiging op objectieve gronden bestaat. Welke deze gronden zijn, is - op enkele uitzonderingen na - in de wet open gelaten. De wetgever heeft de beoordeling van wat al dan niet gerechtvaardigd is - en daarmee de uitwerking van de WGBL - bewust overgelaten aan de rechter en de Commissie Gelijke Behandeling.
Er is dus geen wettelijke maximum leeftijdsgrens voor het doen van vrijwilligerswerk. Wel kiezen sommige organisaties om een maximumleeftijd, bijvoorbeeld 80 jaar, in te stellen. Hiervoor gebruiken ze verschillende argumenten zoals dat vrijwilligers niet meer representatief zijn of niet goed kunnen functioneren. Een andere argument is dat verzekeraars leeftijdsgrenzen hanteren. Er is meestal geen objectieve rechtvaardiging voor het hanteren van leeftijdsgrenzen; organisaties beschikken immers over verschillende meetinstrumenten om het functioneren van individuele vrijwilligers te beoordelen.
Lees meer